Het werk van Homerus dat de ondergang van Troje beschrijft, wordt weerspiegeld in zijn beroemde gedicht genaamd “Ilias”. Dit epos, geschreven rond de 8e eeuw voor Christus, vertelt het verhaal van de Trojaanse oorlog en de gebeurtenissen die leidden tot de vernietiging van de legendarische stad Troje.
De “Ilias” begint met de woede van de Griekse held Achilles, die beledigd is door koning Agamemnon en zich terugtrekt uit de oorlog. Dit heeft een enorme invloed op de Griekse strijdkrachten, want Achilles is de meest formidabele krijger onder de Grieken. Terwijl de Trojanen profiteren van Achilles’ afwezigheid, boektliften ze de strijd naar de Grieken.
Gedurende de loop van het epos worden talloze veldslagen en confrontaties tussen de Grieken en de Trojanen beschreven. Beide zijden worden gekenmerkt door heldendaden, tragische sterfgevallen en goddelijke interventies. Homerus portretteert de goden als actieve deelnemers aan de oorlog, waarbij ze zowel de Grieken als de Trojanen ondersteunen of tegenwerken, afhankelijk van hun persoonlijke belangen of voorkeuren.
De “Ilias” geeft ook inzicht in de mythologie en het geloofssysteem van het oude Griekenland. Homerus beschrijft hoe de Grieken de goden als machtige wezens zagen die een directe invloed hadden op het menselijke bestaan. Deze goden, met figuren zoals Zeus, Hera, Apollo en Athena, worden regelmatig geraadpleegd en aangeroepen tijdens de oorlog om hun gunst te winnen en de uitkomst te beïnvloeden.
Uiteindelijk, na een decennium aan gevechten, ontstaat er een ultieme confrontatie tussen Achilles en Hector, de grootste held van de Trojanen. Achilles overwint en Hector wordt gedood. Dit zorgt voor diepe rouw bij de Trojanen, vooral bij koning Priamus en zijn koningin Hecuba.
De ondergang van Troje wordt echter niet uitsluitend voorspeld door de dood van Hector. Homerus laat zien dat de Trojaanse stad ten onder gaat door de strategieën en listen van de Grieken. Het beroemdste voorbeeld hiervan is het gebruik van het Trojaanse paard. De Grieken bouwen een gigantisch houten paard dat als vredesoffer wordt aangeboden aan de Trojanen. Onwetend van de Griekse krijgers die zich binnenin verbergen, slepen de Trojanen het paard de stad in. ‘s Nachts komen de Griekse krijgers uit het paard en openen de stadspoorten, waardoor de Grieken de stad kunnen binnendringen en Troje uiteindelijk verwoesten.
De gevolgen van de ondergang van Troje worden ook in Homerus’ andere werk, de “Odyssee”, beschreven. Het illustreert de reis van Odysseus, één van de Griekse helden, die na de oorlog probeert terug te keren naar zijn thuisland Ithaka. Hier ontmoet hij talloze avonturen en obstakels voordat hij uiteindelijk zijn eindbestemming bereikt.
Al met al is “Ilias” een bijzonder belangrijk werk in de Westerse literatuur. Het vertelt niet alleen het verhaal van een verwoestende oorlog, maar biedt ook inzicht in de Griekse cultuur, het geloofssysteem en hun opvattingen over heldendom en goddelijke interventie. Het is een testament van Homerus’ meesterschap als dichter en zijn vermogen om epische verhalen te creëren die de tand des tijds hebben doorstaan.